De McClatchy krantenketen heeft dinsdag in één klap drie van haar cartoonisten ontslagen.
Het bedrijf, dat verwijst naar de "voortdurende evolutie" van haar bezuinigingsstrategie, heeft besloten dat er geen dagelijkse cartoons meer zullen worden gepubliceerd in haar kranten. Het is niet het eerste medium dat dit doet, om economische of andere redenen(1)(2).
De cartoonisten die van de pagina's verdwijnen zijn: Jack Ohman van de Sacramento Bee in Californië, tevens voorzitter van de Association of American Editorial Cartoonists, Joel Pett van de Lexington Herald-Leader in Kentucky, en Kevin Siers(TW) van de Charlotte Observer in North Carolina.
Ohman en Siers werkten fulltime, terwijl Pett een freelance contract had. Ze hebben allemaal een Pulitzer Prize voor redactioneel cartoonwerk op hun naam staan.
Het eerste nieuws over deze ontslagen was halverwege de week te lezen op de blog van The Daily Cartoonist(1)(2).
Voor Associated Press, die met de ontslagen cartoonisten en verschillende anderen heeft gesproken, is het ontslag van drie Pulitzer Prize-winnende redactionele cartoonisten in één dag een klap in de maag van het beroep en illustreert het de neergang van de opiniepagina's van kranten.
Hij merkt op dat het "een grimmige herinnering is aan hoe deze invloedrijke kunstvorm aan het uitsterven is en ook een algemene trend laat zien van het weglaten van opinie-inhoud door een worstelende gedrukte media-industrie".
De geschiedenis van de McClatchy Group begon in 1857, toen James McClatchy hielp bij de lancering van The Daily Bee, een krant van vier pagina's in Sacramento, Californië, die de kiem vormde voor het huidige digitale netwerk dat lokale markten van Californië tot Florida en van de staat Washington tot Washington D.C. bestrijkt.
